“Een paar keer per week dat rotend fietsen, ik heb er geen zin meer in!”.
Deze kreet van een aantal Hilversummers was de aanleiding voor de oprichting van de Rugby Club Hilversum. Zij hadden geen zin meer in de fietstochten voor trainingen en wedstrijden bij Rugbyclub ’t Gooi in Bussum. De voorgeschiedenis geeft een iets ander beeld. In december 1946 meldden negen nieuwe leden uit Hilversum zich bij RC ’t Gooi. Alle negen waren lid van de Gooise Atletiek Club (GAC) en wilden later in Hilversum een rugbyclub oprichten. Die negen nieuwelingen waren W. Ultee, C. de Rie, F. Frankfort, B. v.d. Woude, C. v.d. Linde, Joh. v.d. Tak, K. van Spengen, W. Tisse en Van Boxem. In 1954 scheidde de Hilversummers zich van RC ’t Gooi af om inderdaad RC Hilversum op te richten.
Frits Frankfort schreef in de lustrum-Scrum van 2003: ‘Toen wij in 1954 met nog een stel Hilversummers, die toen in het eerste bij ’t Gooi speelden een eigen rugbyclub in Hilversum oprichtten, was dit een zeer grote aderlating voor RC ’t Gooi. Buiten het speelveld is dat praktisch altijd in goede harmonie en samenwerking gegaan. Op het speelveld was dat natuurlijk direct een echte Gooise Derby. Vergeet niet, dat van de negen Hilversummers er 7 in het eerste team speelden en de andere 2 reserve stonden. Die spelers waren toen: Cor de Rie, Pim Ooms, Dave van de Giesen, Wim Ouwerkerk, Jan Steenmeijer, Joop Gorel, Wim Ultee, Frits Frankfort en Joop van de Tak. Na de uittreding van de Hilversumspelers in 1954 was ’t Gooi jarenlang fysiek en qua spel een klasse minder geworden’.
Op donderdag 23 september 1954 is het zover. Na voorbereidingen van Cor de Rie en Frits ‘Feike’ Frankfort komen een tiental rugbyers bijeen in hun stamkroeg de Jonghe Graef van Buuren van Theo Kaak, geen onbekende voor oud-rugbyers.


Met een kick-off opent C.A.M. Dekker op 14 oktober 1954 het Hilversumse rugbyleven
Frankfort kan de deelnemers vertellen dat er goede hoop bestaat voor een gemeentelijk sportveld. Zo wordt de Rugby Club Hilversum (R.C.H.) opgericht. De Rie verwekte veel hilariteit door strak en stijf vol te houden dat het net zo goed RC Hilversum kon worden. ‘Je wordt toch altijd voor Hilversummer aangekeken en uitgescholden’ was zijn argument. Het kostte nog heel wat praten voor hij om was. Ook pleitte hij voor de aanschaf van 1000 shirts. ‘Dat is goedkoper’. Wederom een daverend lachsalvo.
Het bestuur wordt vlot verkozen. Voorzitter: Karel van Spengen; secretaris: Frits Frankfort; penningmeester: B. Kolman; commissarissen: Pim Ooms en Aart Baartwijk. Het huishoudelijk reglement zal worden samengesteld door Jan van Altena en Cor de Rie. Victor Tokarenko, Wim Ouwerkerk, Hans van Willigenburg, B. Bont, Gerard Paulich en J. Steenmeijer werden ‘gewoon’ lid. Leden betalen 20 gulden contributie per jaar; scholieren en militairen half geld; inleggeld een gulden; donateurs fl. 2,50 zonder inleggeld. Voor de clubkas komen steunbonnen van een gulden.
De clubkleuren worden: shirt in horizontale blauwe en witte banen, een blauwe broek met witte bies en blauw/wit gestreepte kousen.
Openingswedstrijd RCH-AAC
Op 14 oktober 1954 is het zover. Voor de huur van een veld achter de Groenteveiling aan de Nieuwe Havenweg betaalt RCH 120 gulden per seizoen. Twee dagen later wordt RCH op de ALV van de Nederlandse Rugby Bond met algemene stemmen als lid aangenomen. Het kan losgaan.
De openingswedstrijd op het nieuwe veld was op 14 november tegen landskampioen AAC uit Amsterdam. Een combinatie van RCH en AAC speelde daarna tegen een team van de Engelse luchtmacht, RAF. Met een stevige kick-off opende de Hilversumse gemeenteambtenaar voor lichamelijke opvoeding de heer C.A.M. Dekker het Hilversumse rugbyleven. In een aantrekkelijke wedstrijd won AAC met 12-3.
Duidelijk
RCH laat direct duidelijk van zich horen, zowel op het veld als in de vergaderzalen. Zo stelt Frankfort in de NRB-bondsvergadering van 19 januari dat RCH geen spelers zal leveren voor een interland omdat de organisatie veelt te wensen overlaat. Dat ontlokt de Delftse student Kool de opmerking dat het een goede gewoonte is dat eerstejaars geen grote mond moeten hebben. Maar Frankfort krijgt bijval. Bogers van AAC antwoordt dat twee teams van RCH al genoeg zegt. Zo is het maar net.
In maart wordt Aart Baartwijk als eerste Hilversummer in een bondsfunctie verkozen. Hij wordt lid van de CC.
Bank of England
De belangrijkste ontmoeting voor RCH in dat eerste seizoen was de Paaswedstrijd op 9 april tegen de Bank of England. Het is de eerste ontmoeting met een Engels team. De Bank of England is duidelijk de betere ploeg en wint met 17-0.
Tijdens het diner in Hof van Holland waren de bankiers minder overtuigend. ‘Hier is een boek over te schrijven’ meldt Aart Baartwijk. Het is er helaas niet van gekomen.

Halve finale
De finale in het Béchetbekertoernooi wordt op 12 juni in een demonstratiewedstrijd in Heiloo tussen RCH en AAC door de laatste met 26-23 gewonnen. In het eerste seizoen haalt RCH de halve finale van de Van Broekhuizenbeker, het kampioenschap van Nederland. Daarin verliest het met 9-3 van AAC dat in de finale met 13-9 wint van RAF Eindhoven.
Ook het seven-a-side toernooi eindigt met 11-6 verlies in de halve finale tegen – inderdaad – AAC
Demonstratie wedstrijden
Demonstratiewedstrijden waren een belangrijk onderdeel van het wedstrijdprogramma.
Zo wordt op 5 juni tijdens de Zonnestraal Sportdag in het Sportpark een demonstratiewedstrijd gespeeld tegen de II Engineer Group RFC die RCH wint met 31-6. Aan die wedstrijd besteedt ook de Wereldomroep aandacht.
Er bestaat geen officiële competitie. Het wedstrijdprogramma is gebaseerd op een zekere vrijwilligheid. Wel is er het Van Broekhuizentoernooi waar in een aantal weken via een afvalsysteem wordt gespeeld om het kampioenschap van Nederland.